Europees Hof van Justitie over directe discriminatie:

Bedrijven mogen het dragen van religieuze kleding verbieden

In principe kunnen bedrijven een neutraal beleid voeren en alle religieuze en ideologische tekens en kleding verbieden. Dit is geen indirecte discriminatie, aldus het Hof.

Een interne regel van een onderneming die het zichtbaar dragen van religieuze, ideologische of spirituele tekens verbiedt, vormt geen directe discriminatie indien deze regel algemeen en zonder onderscheid op alle werknemers van toepassing is. Dat heeft het Europees Hof van Justitie  in oktober 2022 geoordeeld (arrest van 13.10.2022, ref. C-344/20).

 

De zaak

Een moslimvrouw die de islamitische hoofddoek draagt en een bedrijf dat sociale woningen beheert, staan sinds 2018 tegenover elkaar in een juridisch geschil. Het bedrijf had de sollicitatie van de vrouw voor een stage niet in aanmerking genomen omdat zij weigerde haar hoofddoek af te doen. Een paar weken later had de moslimvrouw haar sollicitatie vernieuwd en het bedrijf voorgesteld een andere hoofdbedekking te dragen. Maar ook dat weigerde het bedrijf. Zij rechtvaardigde haar besluit met haar interne neutraliteitsbeleid. Petten, hoeden en andere hoofddeksels waren ook verboden.

De vrouw stapte vervolgens naar de Arbeidsrechtbank in Brussel.

 

Levensbeschouwing en religie als gronden voor discriminatie

De rechtbank in Brussel was echter niet zeker of de werkregels van het bedrijf directe discriminatie vormden en wendde zich met deze vraag tot het Hof van Justitie in een prejudiciële beslissing.

Het Hof van Justitie heeft nu geantwoord: In beginsel moeten godsdienst en levensovertuiging worden beschouwd als een discriminatiegrond die zowel religieuze als filosofische of spirituele overtuigingen omvat. De werkvoorschriften van een onderneming die werknemers verbieden hun overtuigingen – welke die ook mogen zijn – te uiten, vormen echter geen directe discriminatie in de zin van het recht van de Unie.

Voorwaarde is echter dat de bepaling algemeen en zonder onderscheid wordt toegepast. Aangezien iedereen een godsdienst of religieuze, filosofische of spirituele overtuigingen kan hebben, vormt een dergelijke regel geen ongelijke behandeling, aldus het Hof.

 

Indirecte discriminatie is niet mogelijk

Het Hof kon indirecte discriminatie in het huidige geval niet uitsluiten. Daarvoor zou moeten worden aangetoond dat het interne neutraliteitsbeleid er uiteindelijk toe heeft geleid dat alleen personen met een bepaalde godsdienst of overtuiging zijn benadeeld. Dit zou echter moeten worden bepaald door de arbeidsrechtbank in Brussel, aldus het Hof.

Het Hof adviseerde het Arbeidshof dat ongelijke behandeling geen indirecte discriminatie vormt indien zij objectief wordt gerechtvaardigd door een legitiem doel en de middelen passend en noodzakelijk zijn. Het loutere voornemen van een werkgever om een neutraliteitsbeleid te voeren was echter op zich niet voldoende.

Werkgevers mogen overigens geen onderscheid maken tussen grote, meteen in het oog springende religieuze tekens, zoals een keppeltje, hoofddoek of tulband, en kleinere varianten als een bescheiden kruiskettinkje. Dat zou mensen benadelen die een geloof of overtuiging hebben die nu eenmaal heel zichtbare symbolen gebruikt. Neutraal is neutraal, vindt het hof.

Het Europese Hof heeft weloverwogen besloten dat als het één niet zou mogen dan zou het andere ook niet mogen. Geen kruiskettinkjes, geen hoofdbedeksels. Volgens het gelijkheidsprincipe: gelijke monniken, gelijke kappen.

 

Als je meer wilt weten over dit onderwerp, over het Duitse (arbeids-)recht in het algemeen of over de juridische aspecten van het zakendoen in Duitsland, kun je mij altijd bellen of een bericht sturen. Ik neem dan zo snel mogelijk contact met je op.

Patrick Bernd Link, LL.M.

Rechtsanwalt (Advocaat)

patrick@legallink.eu

www.legallink.eu

+31 6 24355737