Wanneer moet de werknemer voor de schade (mee-)betalen?
Nederlandse bedrijven die buitendienstmedewerkers of kantoorpersoneel in hun vestiging in Duitsland hebben, stellen hun werknemers vaak (dure) bedrijfsauto’s of kantoorapparatuur ter beschikking. Maar wie moet betalen voor de schade die de werknemer aan deze zaken toebrengt? Indien het Duitse arbeidsrecht van toepassing is op de arbeidsverhouding tussen de Nederlandse ondernemer en de Duitse werknemer, is de aansprakelijkheid van de werknemer voor dergelijke schade meestal beperkt, zo niet volledig uitgesloten. Hieronder wil ik toelichten in hoeverre een dergelijke aansprakelijkheidsbeperking in het Duitse arbeidsrecht is verankerd en wanneer de werknemer de schade toch moet betalen.
De aansprakelijkheid van werknemers die tijdens hun werk schade toebrengen aan eigendommen van hun werkgever (bijv. de auto van de zaak) wordt beperkt door de Duitse jurisprudentie. Het beginsel van schadevergoeding binnen de onderneming (= innerbetrieblicher Schadensausgleich) is van toepassing. De omvang van de aansprakelijkheid wordt bepaald door de mate van schuld van de werknemer.
A. Voorwaarden voor werknemersaansprakelijkheid
Als een werknemer tijdens zijn werk schade veroorzaakt aan de eigendommen van de werkgever, kan hij daarvoor aansprakelijk zijn. Aan de volgende voorwaarden moet worden voldaan om de werknemersaansprakelijkheid toe te passen:
- plichtsverzuim: de werknemer heeft door zijn gedrag de uit zijn arbeidsovereenkomst voortvloeiende verplichtingen geschonden.
- schade: Het gedrag van de werknemer heeft schade veroorzaakt.
- verwijtbaar gedrag: De werknemer is verwijtbaar verantwoordelijk voor het plichtsverzuim en de veroorzaakte schade. Dit geldt zowel voor nalatig als opzettelijk gedrag.
De uiteindelijke omvang van de aansprakelijkheid van de werknemer hangt dan af van verschillende factoren. Bijvoorbeeld de mate van schuld en of de werkgever mede schuldig is aan het veroorzaken van de schade.
Opmerking:
Volgens 619a BGB kunnen werknemers alleen aansprakelijk worden gesteld voor schade als zij ook verantwoordelijk zijn voor de schade. De bewijslast ligt bij de werkgever. De werkgever moet aantonen en bewijzen dat de werknemer opzettelijk of nalatig heeft gehandeld.
Verjaring/verval van de vordering tot schadevergoeding
Als de werknemer schade heeft veroorzaakt, kan hij op grond van artikel 195 van het Burgerlijk Wetboek tot drie jaar later tot schadevergoeding worden verplicht. De periode begint aan het einde van het jaar waarin de schadevordering van de werkgever is ontstaan.
Onder bepaalde omstandigheden verjaren oftewel vervallen de vorderingen van de werkgever eerder. Dit is het geval als er een dergelijke afspraak is gemaakt in de arbeidsovereenkomst, zoals een bepaling dat wederzijdse vorderingen drie maanden na ontstaan van de vordering als kunnen vervallen.
B. Beperking van de aansprakelijkheid van werknemers
Voor werknemers gelden de bepalingen van artikel 276 van het Duitse Burgerlijk Wetboek (BGB), op grond waarvan zij schade moeten vergoeden indien zij door plichtsverzuim schade veroorzaken. Normaal gesproken geldt dat voor alle vormen van nalatigheid en opzet.
De rechtspraak voorziet echter in een beperkte aansprakelijkheid van werknemers wegens de bijzondere kenmerken van een arbeidsverhouding. De achtergrond hiervan is als volgt:
– Een werknemer handelt in opdracht van de werkgever.
– In de regel heeft een werknemer geen invloed op het werkproces, de gebruikte arbeidsmiddelen en het risico van schade.
– Bij bedrijfsschade zijn de inkomsten van een werknemer meestal onvoldoende om de schade te compenseren.
Vanuit dit oogpunt zou het oneerlijk zijn tegenover werknemers om hen volledig aansprakelijk te stellen voor schade veroorzaakt door onachtzaamheid en hen daardoor mogelijk te ruïneren. De beperking van de aansprakelijkheid wordt bepaald door de mate van schuld van de werknemer en geschiedt volgens de regeling voor intra-bedrijfsschadevergoeding (= innerbetrieblicher Schadensausgleich).
Opmerking:
De beperkte aansprakelijkheid van de werknemer geldt voor alle schade die door de werknemer in het kader van door het bedrijf geïnitieerde activiteiten wordt veroorzaakt. Het is een verplicht en dwingend eenzijdig werknemersbeschermingsrecht. Noch in de arbeidsovereenkomst, noch in de collectieve arbeidsovereenkomst mag daarvan worden afgeweken.
Vergoeding binnen de onderneming – verschuiving van aansprakelijkheid naar de werkgever
Intra-company schadevergoeding oftewel een mogelijke verschuiving van aansprakelijkheid naar de werkgever betekent dat de omvang van de beperking van de aansprakelijkheid wordt bepaald door de omvang van de nalatigheid van de werknemer.
De volgende aansprakelijkheidsniveaus worden als leidraad gebruikt:
- lichte nalatigheid: geen aansprakelijkheid
De werknemer is niet aansprakelijk voor schade als hij slechts een beetje schuld heeft. Dit is het geval als slechts een kleine onoplettendheid, die iedereen kan overkomen, tot de schade heeft geleid. Kleine nalatigheid is ook mogelijk als de werkgever de werknemer in een situatie brengt die hij niet aankan door zijn gebrek aan beroepservaring. Bij lichte nalatigheid moet dus de werkgever voor de schade zelf opkomen.
- Matige of gewone nalatigheid: verdeling van de aansprakelijkheid
Van matige nalatigheid is sprake wanneer de schade had kunnen worden voorkomen door meer zorgvuldigheid van de werknemer. In gevallen van gemiddelde nalatigheid is er een verdeling van de aansprakelijkheid tussen de werknemer en de werkgever. De aansprakelijkheid wordt niet altijd gelijkelijk verdeeld, maar volgens verschillende criteria. Er wordt onder meer rekening gehouden met het gevaar, het bedrag van de schade, de inkomsten van de werknemer, zijn positie in het bedrijf en zijn beroepservaring.
- grove nalatigheid: volledige of proportionele aansprakelijkheid
Van grove nalatigheid is sprake wanneer de schade is ontstaan doordat de werknemer regels of voorschriften volledig heeft genegeerd of alle voorzichtigheid en zorgvuldigheid overboord heeft gegooid. In de regel is de werknemer volledig aansprakelijk voor grove nalatigheid. Proportionele aansprakelijkheid kan bijvoorbeeld ontstaan door een extreme wanverhouding tussen inkomsten en schaderisico.
- opzet: volledige aansprakelijkheid
Bij opzet pleegt de werknemer opzettelijk plichtsverzuim en veroorzaakt hij opzettelijk schade. Meestal is in dit geval alleen de werknemer aansprakelijk voor de veroorzaakte schade.
Let op:
De beperking van aansprakelijkheid binnen de onderneming geldt alleen voor werknemers, uitzendkrachten en stagiairs. Freelancers of met werknemers vergelijkbare personen zonder persoonlijke afhankelijkheid van de werkgever zijn volledig aansprakelijk.
Voorbeelden van nalatigheid en opzet
De mate van nalatigheid is niet altijd duidelijk vast te stellen. Het hangt altijd af van de omstandigheden van het individuele geval en wordt in geval van twijfel bepaald door een rechterlijke uitspraak.
Hieronder volgen voorbeelden van nalatige of opzettelijke handelingen:
– Lichte nalatigheid: Van lichte nalatigheid is bijvoorbeeld sprake als de werknemer per ongeluk zijn koffie over de computer morst of iets laat vallen.
– Matige/gewone nalatigheid: Er is bijvoorbeeld sprake van matige nalatigheid als een vrachtwagenchauffeur schade veroorzaakt omdat hij de vrachtwagen op een licht hellend terrein parkeert en vergeet de handrem aan te trekken.
– Grove nalatigheid: Volgens een BAG-arrest is een werknemer schuldig aan grove nalatigheid als hij of zij dronken in een bedrijfsauto rijdt en schade veroorzaakt.
– Opzet: Een werknemer handelt opzettelijk, bijvoorbeeld als hij opzettelijk eigendommen van de werkgever vernielt. Bijvoorbeeld door de bedrijfslaptop uit frustratie op de grond te gooien of de harde schijf van de bedrijfscomputer te wissen.
C. Aansprakelijkheid voor schade aan collega’s
Indien een werknemer verantwoordelijk is voor het veroorzaken van schade aan een collega, is aansprakelijkheid uit hoofde van § 105 SGB VII uitgesloten indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
– Het is persoonlijk letsel.
– Het is een verzekerde gebeurtenis. Dit vereist dat de collega verzekerd is en dat de schade is veroorzaakt in het kader van een beroepsactiviteit.
– De werknemer heeft de collega niet opzettelijk schade toegebracht.
De uitsluiting van aansprakelijkheid bij een arbeidsongeval geldt ook voor smartengeld overeenkomstig § 104 SGB VII.
Aansprakelijkheid voor schade aan eigendommen van een collega
Als een werknemer eigendommen van een collega beschadigt, zoals kleding of een bril, is de uitsluiting van aansprakelijkheid niet van toepassing. Dit betekent dat de werknemer in het algemeen aansprakelijk is voor de schade. Onder bepaalde omstandigheden heeft de werknemer echter een vordering tot schadeloosstelling tegen de werkgever. Dit is het geval indien de schade niet opzettelijk of door grove nalatigheid is veroorzaakt.
Bij lichte nalatigheid heeft de werknemer recht op volledige vrijstelling. Dit betekent dat de werkgever de schade moet vergoeden.
Bij matige nalatigheid heeft de werknemer recht op pro rata vrijstelling. In dit geval delen de werknemer en de werkgever de kosten van de vergoeding.
D. Aansprakelijkheid voor schade aan derden
Als een werknemer tijdens het werk schade toebrengt aan een derde, is zowel de werkgever als de werknemer aansprakelijk. Wie in eerste instantie aansprakelijkheid is, hangt af van de vraag of de gelaedeerde al dan niet een contractuele relatie met de werkgever heeft.
- Als er een contractuele relatie bestaat tussen de benadeelde en de werkgever, dan is de werkgever verantwoordelijk voor het betalen van de schade. Hij kan echter een recht van regres jegens de werknemer hebben (Rückgriffsanspruch). Dit betekent dat de werkgever de kosten of een deel daarvan van de werknemer kan terugvorderen. Het bovenbeschreven beginsel van interne schadevergoeding is dan van toepassing. Bij opzet of grove nalatigheid moet de werknemer de volledige kosten vergoeden en bij matige nalatigheid een deel daarvan. Indien de werknemer de schade echter door lichte nalatigheid heeft veroorzaakt, heeft de werkgever geen recht van regres.
- Indien er geen contractuele relatie bestaat tussen de werkgever en de benadeelde, is de werknemer in eerste instantie aansprakelijk voor de schade. In dat geval kan hij een recht van verhaal hebben tegen de werkgever. Volgens het model van schadevergoeding binnen de onderneming kan de werknemer eisen dat de werkgever de kosten of een deel van de kosten betaalt, afhankelijk van de mate van nalatigheid.
Let op:
Het regresrecht van de werknemer kan slechts worden uitgeoefend voor zover de werkgever solvabel is. Als de werknemer bijvoorbeeld door lichte nalatigheid schade toebrengt aan een derde, moet hij eerst de schade betalen. Hij kan dan eisen dat de werkgever de kosten volledig vergoedt. Als de werkgever echter insolvent is, is het regresrecht economisch waardeloos.
Als je meer wilt weten over dit onderwerp of het Duitse (arbeids-)recht in het algemeen, kun je mij altijd bellen of een bericht sturen. Ik neem dan zo snel mogelijk contact met je op.
Patrick Bernd Link, LL.M.
Rechtsanwalt (Advocaat)
+31 6 24355737